Temperatuurintegratie

Wat is het?

Temperatuurintegratie kan men als volgt definiëren: het sturen van de kastemperatuur op etmaalgemiddelden over één of meerdere dagen, met grotere verschillen tussen dag- en nachttemperatuur. De uiteindelijke bedoeling van temperatuurintegratie is besparen op stookkosten.

Hoe werkt het?

Temperatuurintegratie is erop gebaseerd dat planten gedurende een korte periode een variatie in temperatuur gemakkelijk aankunnen. Over een langere tijd moet wel gemiddeld de gewenste temperatuur gerealiseerd worden, die voor de ontwikkeling van de plant noodzakelijk is.

 

Zo is het dus perfect mogelijk om op donkere koude dagen een lagere etmaaltemperatuur, en op zonnige dagen een hogere etmaaltemperatuur aan te houden. Ook over de periode van één dag kan gewerkt worden met temperatuurintegratie. Omwille hiervan kan het bij ons het meest efficiënt worden toegepast in het voorjaar en het najaar, wanneer de zon voldoende warmte geeft om de kas op te warmen en de nachten voldoende koud zijn om een lagere nachttemperatuur te kunnen halen. In de winterperiode kan temperatuurintegratie goed gecombineerd worden met het gebruik van energieschermen.

 

De efficiënte toepassing van temperatuurintegratie veronderstelt wel een grondige kennis van de responsrelatie plant/temperatuur. Het is namelijk van groot belang te weten tot welke minimumwaarden de temperatuur tijdens temperatuurintegratie mag dalen zonder dat de externe en interne kwaliteit van de plant negatief wordt beïnvloed. Vele warme kasplanten, vnl. sierplanten, zijn afkomstig uit de tropen en worden beschadigd bij temperaturen lager dan 15°C en/of door blootstelling aan grotere temperatuurfluctuaties dag/nacht (‘kilteschade’).

 

Tussen enerzijds de temperatuur waarbij eerste visuele kilteschade kan optreden (bladchlorose of bladvervorming door necrosen) en anderzijds de optimale groeitemperatuur ligt een grijze temperatuurzone. Binnen deze zone mogen, vanaf een lage ‘kritische temperatuur’, negatieve effecten op de metabolische en ontwikkelingsprocessen van de plant worden verwacht. Op bladniveau zijn dit de processen van fotosynthese en respiratie die zullen vertragen of stilvallen. Op plantniveau zijn dit eerder de translocatieprocessen van suikers die het meest gevoelig zijn voor deze ‘koelere’ temperaturen. Resulteert de temperatuur in een permanente neerwaartse regulatie van deze processen, dan wordt dit op teeltniveau vertaald in langere teeltcycli en/of verlies aan plantkwaliteit.

Rendabiliteit

 

Groenteteelt

  • Tomaat: Temperatuurintegratie van 24 of 72 uur op een bandbreedte van 2°C resulteert in een vermindering van het gasverbruik met 10% (met name in het voorjaar) en een productieverhoging van 4% omdat er minder vaak gelucht hoeft te worden en de CO2-concentratie dus stijgt, vooral in het voorjaar. In de overige seizoenen leidt toepassing van temperatuurintegratie tot een energiebesparing variërend van 2-6%
  • Sla & radijs: Onderzoek van Wageningen UR Glastuinbouw (2004) wees uit, ondanks niet-optimale weersomstandigheden voor de toepassing van temperatuurintegratie, dat een gemiddelde energiebesparing van 9% bereikt kon worden d.m.v. temperatuurintegratie.

 

Sierteelt

  • Alstroemeria: De grootste energiebesparing is realiseerbaar in najaar en voorjaar door toepassing van positieve temperatuurintegratie, namelijk ongeveer 18%.

Tips

Kritische minimum temperaturen (°C) voor een aantal sierteeltgewassen zijn

 

Sierplant Kritische minimum temperatuur (°C)
Anthurium 18
Hedera 10-12
Phalaenopsis 21-22
Kalanchoë 16
Aechmea 16
Vriesea 10-12
Guzmania 15
Tillandsia 10-12

Lees meer

Schrijf je in op de nieuwsbrief van Enerpedia.