Verlichting bij pluimvee

Lichteisen uit EU-richtlijn bij vleeskuikens

Uit recent praktijkonderzoek aan het Spelderholt (ASG, Lelystad) blijkt dat het advies voor het te gebruiken lichtschema verschilt per genetische lijn. Bovendien geeft ook het licht mesten versus het zwaar mesten van de kuikens aanleiding tot een verschillend advies voor het lichtschema.

 

Invulling lichteisen uit EU-richtlijn bij vleeskuikens
Aan het PC ‘Het Spelderholt’ te Lelystad is in twee vleeskuikenrondes een onderzoek uitgevoerd omtrent de invulling van de lichteisen uit de EU-richtlijn bij vleeskuikens. In twee proefrondes zijn 4 verschillende lichtschema’s gebruikt bij 4 genetische lijnen (Ross 308, Ross 708, Cobb 500 en Hybro PG+). Voor elke genetische lijn werd de voedersamenstelling afgestemd op het advies van de fokkerijen.
Volgend schema geeft het overzicht van de 4 lichtschema’s in deze proef. Het betreft één schema met een lage lichtsterkte midden in de ronde en drie schema’s met een hoge lichtsterkte van 20 lux. Deze laatste schema’s verschilden van elkaar in lengte en verdeling van de licht- en donkerperiodes in de loop van de dag.

 

Overzicht lichtschema's in de proefrondes aan het Spelderholt

schema

schema A       

schema B         

schema C            

schema D

dag 0-3

24L:0D

24L:0D

24L:0D

24L:0D

dag 4-7

23L:1D

23L:1D

23L:1D

23L:1D

dag 8-25

18L:6D

18L:6D

4L:4D::4*(3L:1D)

18L:6D

dag 26-35

  "

8L:4D:8L:4D

  "

  "

dag 36-39

  "

10L:4D:8L:2D

  "

  "

dag 40-42

24L:0D

24L:0D

24L:0D

24L:0D

lichtsterkte

20 lux

20 lux

20 lux

20 lux, een lagere

sterkte midden in de ronde

 De technische resultaten werden bepaald op dag 34 en dag 39. De gegevens van dag 34 kunnen gebruikt worden als basis voor het licht mesten van kuikens tot een eindgewicht van circa 1,9 à 2,0 kg. De cijfers van dag 42 zijn bruikbaar als basis voor het zwaar mesten van kuikens tot circa 2,5 kg.

 

Voor het licht mesten van Cobb kuikens kwam het schema met een lage lichtsterkte midden in de ronde (schema D) als beste naar voor, terwijl voor het zwaar mesten van de kuikens het beste resultaat behaald werd met het schema B, dit is het schema dat de fokkerij zelf adviseert voor Cobb kuikens.
Bij de Hybro kuikens gaf schema C het beste resultaat bij het zwaar mesten van de kuikens, terwijl bij het licht mesten geen duidelijk verschil tussen de 4 schema’s vastgesteld werd.
Voor het licht mesten van Ross 308 kuikens gaven schema B en schema C het beste resultaat, maar voor het zwaar mesten kwam het schema D als beste naar voor gevolgd door schema B.

Voor de Ross 708 kuikens was schema B het beste voor zowel het licht mesten als het zwaar mesten van de kuikens. Voor het zwaar mesten van de Ross 708 gaf ook het schema D een goed resultaat, maar voor het licht mesten van de Ross 708 dient schema D (met de lage lichtsterkte) afgeraden te worden vermits dit een duidelijk lager technisch resultaat opleverde.

Uit de proeven bleek dat schema C globaal het beste slachtrendement en het minst voetzoolaandoeningen opleverde. Daarnaast had de hoge lichtsterkte geen negatieve effecten op de groei, uitval en voeder¬conversie. In de toekomst zal deze hoge lichtsterkte verplicht worden. 
 

Lichtschema

Qua lichtduur wordt door de EU-richtlijn vooropgesteld dat het lichtschema moet bestaan uit een 24-uurschema met minstens 6 uur donker per dag. Deze 6 uur donker mag verdeeld worden over meerdere donkerperiodes, maar het lichtschema moet ten minste één ononderbroken donkerperiode van 4 uur bevatten. Het lichtschema moet ingevoerd worden binnen 7 dagen na opzet van de dieren en aangehouden worden tot minstens 3 dagen voor de geplande slachtleeftijd.

 

 

Proefopzet lichtschema
De stallen werden verlicht met TL-lampen en er werd gedurende gans de ronde een lichtsterkte van 20 lux behouden.
De eerste 5 dagen en de laatste 3 dagen voor het laden werd 23 uur licht en 1 uur donker verstrekt aan de kuikens. Van dag 6 tot 3 dagen voor het laden werden in de proef verschillende lichtschema’s vergeleken nl. :
2 varianten van schema’s met afwisselend licht- en donkerperiodes en met één periode van 4 uur donker  en een hoge lichtsterkte van 20 lux

schema EU 1: 1D-3L-4D-3L-1D-12L
schema EU 2: 1D-3L-4D-4L-1D-3L-1D-3L-1D-3L

 

Resultaten :

Uit deze proefrondes met 2 varianten van lichtschema’s die voldoen aan de EU-richtlijn blijkt dat het effect van het lichtschema op de resultaten afhankelijk is van de slachtleeftijd en het eindgewicht van de kuikens. Op dag 34 werden duidelijke verschillen in technische resultaten vastgesteld, terwijl op dag 39 geen verschillen aanwezig waren. Bij de beoordeling van de kuikens was er op dag 34 geen verschil in voetzoolaantasting. Op dag 39 werd wel minder voetzoolaantasting vastgesteld bij het schema met 2 extra donkerperiodes.

 

tabel: beoordeling van de hakken en voetzolen (in % van de dieren per klasse) op dag 39

 

lichtschema

score 0

score 1

score 2

score 3

hakken

EU 1

15.3

56.9

26.3

1.6

 

EU 2

20.9

52.5

25.6

0.9

voetzool

EU 1

5.3

57.8

34.4

2.5

 

EU 2

18.1

57.8

22.8

1.3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lichtsterkte en lichtkleur

Volgens de nieuwe Europese Richtlijn moet de lichtintensiteit tijdens de lichtperiode minstens 20 lux bedragen op ooghoogte van de dieren en dit tijdens de ganse ronde.
Bij de verlichting met hoogfrequente TL-lampen bij 20 lux is de energiekost ongeveer 4,5 keer lager dan met gloeilampen (20 lux). Deze metingen werden uitgevoerd in 2004.

 

Lichtkleur :
In vleeskuikenstallen worden verschillende soorten lampen gebruikt. Meest gebruikt is het ‘kleurloze’ licht d.m.v. gloeilampen en TL-lampen (laagfrequent of hoogfrequent). De laatste tijd wordt vaak gekozen voor gekleurd licht (bv. natriumlampen, groen/blauwe PL-verlichting). De reden om deze gekleurde verlichting te gebruiken varieert van het besparen op kosten voor de verlichting (investering, elektriciteitskosten, levensduur lampen, onderhoud) tot het verbeteren van technische resultaten. Hierover zijn echter maar weinig gegevens beschikbaar.

Het gebruik van de natriumlampen en groen/blauwe lampen is onderzocht door het praktijkonderzoek ‘PP Spelderholt’. Bij gebruik van natriumlampen kunnen minstens even goede technische resultaten bekomen worden als bij de hoogfrequente TL-verlichting. Ook de uitwendige kwaliteit van de kuikens is vergelijkbaar. De natriumlampen en de armaturen zijn vrij duur, maar vermits er slechts een beperkt aantal nodig zijn, is de natriumverlichting goedkoper in investering en elektriciteitskost. Het gele natriumlicht is ook aangenaam om in te werken. Door het gering aantal lampen is de lichtverdeling wel minder gunstig.

Bij gebruik van de groen/blauwe PL-verlichting kunnen even goede technische resultaten bekomen worden als bij de hoogfrequente TL-verlichting. De groen/blauwe verlichting lijkt te leiden tot minder hakirritaties en voetzoolirritaties. De lichtverdeling is heel goed, deze lampen zijn goed te dimmen. Maar het werken in het blauwe licht wordt in de praktijk als heel onaangenaam ervaren. Bovendien zijn de kuikens veel minder actief, ze verplaatsen zich nauwelijks bij de controle in de stal. Het gevaar hiervan is dat de controle van de dieren achteruitgaat waardoor eventuele problemen niet tijdig opgemerkt worden.

De onderzoekers van het Spelderholt besluiten uit de proef met natriumlampen en groen/blauwe PL-verlichting dat lichtkleur en lichtintensiteit een effect kunnen hebben op de welzijnsparameters bij vleeskuikens, maar het is nog niet duidelijk welk lichtsysteem de beste resultaten oplevert.

Lees meer

Schrijf je in op de nieuwsbrief van Enerpedia.