Verwarming bij varkens

Om temperatuurschommelingen te voorkomen en tegelijk te besparen op de verwarmingskosten, is isolatie een must.

In de eerste plaats moet de warmteoverdracht tussen de buitenomgeving en de binnenruimte beperkt worden. Bij slechte isolatie zal de ruimte bij zeer koud weer te sterk afkoelen of in extreme gevallen kunnen gestockeerde producten tegen de wand bevriezen.

In de tweede plaats moet ook condensatie op de materialen voorkomen worden tijdens perioden van lage buitentemperaturen.

Plaatsing isolatie

Bij de plaatsing van isolatie mogen er geen koudebruggen ontstaan. Een koudebrug is een plaats waar de isolatiemantel wordt onderbroken. Moeilijke punten zijn vooral de ontmoetingen tussen muur, vloer en dak, de doorsteek van dragende structuurelementen, ramen, ventilatieopeningen, poorten en deuren. De isolatie moet ononderbroken aan de wanden en het dak worden aangebracht. Om de koudebruggen te vermijden tussen de wand en de vloer is het noodzakelijk de isolatie in de wand minimaal 60 cm te laten doorlopen onder het maaiveld. Is het maaiveld lager gelegen dan de vloer in de bewaarloods, dan moet zeker gecontroleerd worden of de warmteverliezen een minimale afstand van 50 cm overbruggen via de grond.

 

Om de verbinding tussen isolatieplaten te verzekeren, zijn er heel wat technieken en afwerkmethodes voor isolatieplaten (sponning, messing en groef) op de markt. Het is af te raden om isolatiemateriaal met rechte kanten te gebruiken, omdat de kans op isolatieverliezen via de naden dan veel te groot wordt. Omwille van de koudebruggen, maar ook om arbeid uit te sparen, worden sandwichelementen gebruikt voor daken wandafwerkingen.

isolatie

Isoleer de achterkant van de radiatoren

 Radiatoren die aan een buitenmuur hangen, geven evenveel warmte aan de ruimte als aan de buitenmuur af. Los het op door aluminiumfolie achter de radiator te kleven.

 

Verwarmingsleiding isoleren

CV-leidingen die door onverwarmde ruimtes lopen, verliezen warmte. Buisisolatie met 20 millimeter dik kunststofschuim bespaart op jaarbasis 3 m³ gas per meter verwarmingsleiding die je isoleert. Er zijn kant en klare buizen van kunststofschuim te koop die je makkelijk om de leiding schuift. Ze zijn er voor verschillende leidingsdiktes en kosten ongeveer 1 euro per meter en leveren het dubbele per jaar op in besparing. In verwarmde ruimtes hoef je de CV-buizen niet te isoleren, omdat die de ruimte gewoon mee verwarmen.

Isolatiemateriaal

Uit het ruime aanbod van isolatiematerialen worden de volgende het meest toegepast:

 

Geëxpandeerde polystyreenplaten (EPS): ook piepschuim genoemd. Dit is een synthetisch schuim dat gebruikt wordt voor zowel dak- als wandisolatie.

Polyurethaanplaten (PUR): een synthetisch schuim met een cellenstructuur van het gesloten type.

Geëxtrudeerde polystyreenplaten (XPS): een kunststofschuim met een gesloten cellenstructuur. Het wordt gefabriceerd door de vermenging van een polystyreen polymeer met een drijfgas onder druk waarna het geëxtrudeerd wordt.

 

Het warmteverlies hangt af van de dikte en de samenstelling van de materialen van wand en dak. De isolatiewaarde van het materiaal wordt gekenmerkt door de warmtegeleidingscoëfficiënt of lambda(λ)-waarde [W/(mK)]. Hoe lager deze waarde hoe minder dik het isolatiemateriaal moet worden aangebracht voor eenzelfde isolerend effect.

 

EPS

PUR

XPS

Minimale dikte (cm)

12

8

10

λ-waarde [W/(mK)]

0,033 - 0,042

0,023 - 0,032

0,029 - 0,038

Kleur

Wit

Geel

Verschillende kleuren

Plaatsing aluminiumfolie

Aan beide zijden

Aan beide zijden

Geen Aluminiumbekleding nodig

Vervorming

Zeer krimpgevoelig

Neiging tot kromtrekken

Maatstabiel en weinig

krimpvervorming

EPB normen

Een EPB-regelgeving omvat drie normen: een maximaal K-peil, isolatienormen of maximale U-waarden en minimale ventilatienormen.

In de landbouw gelden momenteel enkel minimale isolatienormen of maximale U-waarden. Een hoge U-waarde betekent een groot verlies aan warmte. De U-waarde is afhankelijk van de isolatiewaarde en de dikte van het materiaal. U-waarden kunnen opgegeven worden voor één materiaalsoort of voor een combinatie van materialen, b.v. voor een samengestelde wand  (betonelement + isolatiemateriaal). Ter vergelijking: De maximale U-waarde voor industriële gebouwen is 0,24 W/m²K. De verplicht U-waardes voor varkensstallen bedragen:

  • muren en daken: ≤ 0,40 W/(m².K)
  • vensters: ≤ 1,1 W/(m².K)
  • vensters met profiel: ≤ 1,8 W/(m².K)
  • poorten en deuren: ≤ 2 W/(m².K)

Verblijfruimtes voor dieren en ruimtes voor bewaring en/of productie van plantaardige producten worden vrijgesteld van de ventilatie-eisen. Alle overige ruimtes waar personen werken en/of verblijven dienen te voldoen aan de bestaande ventilatienormen. Aparte koel-, productie- of bewaarcellen binnen de loods vallen niet onder de EPB-regelgeving.

Slimmer verwarmen

 
  • Warmtewisselaar

De instromende buitenlucht wordt opgewarmd door de uitstromende stallucht. De instromende lucht krijgt daardoor bijna dezelfde temperatuur als de aanwezige stallucht. Hij heeft ook een lagere relatieve vochtigheid, waardoor zijn vochtopnamecapaciteit twee tot drie keer hoger is dan van de lucht in de stal. Daardoor kan de voorverwarmde lucht meer vocht opnemen voordat hij verzadigd is, en is minder ventilatie nodig. De twee luchtcircuits zijn in de warmtewisselaar volledig gescheiden: de stallucht stroomt over en de buitenlucht door de lamellen.

 

  • Weersafhankelijke thermostaat

Zo’n thermostaat past de temperatuur van binnen aan de buitentemperatuur aan. In combinatie met thermische kranen op de radiatoren, kan je de temperatuur optimaal regelen en een maximaal rendement uit je installatie halen.

 

  • Deursluiter

Een deursluiter zorgt dat de deuren vanzelf dicht gaan.

 

  • Boiler met isolatielaag

Je kunt kiezen uit tal van materialen zoals polyurethaanschuim, minerale wol of polystyreen. Een optimale isolatielaag heeft een dikte van ongeveer 10 cm.

 

  • Ventilatie niet vergeten

Isolatie is onlosmakelijk verbonden met ventilatie. Maak ventilatiekanalen luchtdicht om zo het warmteverlies door lekkages in het ventilatiekanaal te beperken. Voorzie ook frequentieregelaars voor jouw ventilatoren. Zo beperk je het debiet van je ventilatoren.

 

  • Zorg ervoor dat verwarming en ventilatoren elkaar niet bevechten en stel de juiste regimes in

Kijk de instelpunten van ventilatie en verwarming goed na.

 

  • Tochtstrip doet wonderen

Breng tochtstrippen aan tussen kieren en spleten onder deuren.

Onderhoud van de installatie

Controleer de druk van je installatie

Check af en toe de manometer naast de ketel. Is de druk lager dan 1,5 bar, voeg dan water toe met het kraantje dat zich op de buis van de manometer bevindt. Als de druk regelmatig onder de drempel van 1,5 bar zakt, laat je best het expansievat vervangen. Dit komt het rendement ten goede.

Ontlucht de radiatoren

Als je water hoort borrelen in de radiatoren, is het hoog tijd om je radiatoren te ontluchten. Begin steeds op het laagste punt.

Laat je ketel onderhouden

Dat is verplicht: jaarlijks voor stookolie, tweejaarlijks voor aardgas.

Vervang je oude ketel of brander

Is je ketel ouder dan 20 jaar? Overweeg dan om een recente brander met hoog rendement te laten installeren.

Ontkalk de boiler regelmatig

Kalkaanslag is een ‘ware aanslag’ op het rendement én je energiefactuur.

Reiniging van warmtewisselaars

Belangrijk is een goede reiniging van de unit, omdat er in de stallucht vrij veel stofdeeltjes zweven die in de unit blijven hangen. Alle onderdelen moeten goed gereinigd worden met een hogedrukspuit.

Hoe kan je besparen?

  • Stel de klimaatcomputer iedere nieuwe ronde opnieuw in op het juiste aantal dieren. Per niet-aanwezige big kost dit € 1 en per niet-aanwezig vleesvarken (110 kg) kost dit € 6.
  • Controleer regelmatig de klimaatcomputer en kijk of de temperatuurvoeler correct werkt. Als de staltemperatuur lager blijkt dan wat je afleest op de klimaatcomputer, ventileer je teveel en verbruik je onnodig energie.

Lees meer

Schrijf je in op de nieuwsbrief van Enerpedia.