Een terugdraaiende teller of niet?

Als het vermogen van je zonnepanelen kleiner is dan 10 kW, dan kan je kiezen voor een terugdraaiende teller. Dan draait je teller terug als je zonnepanelen teveel produceren. Maar is dat wel altijd zo’n goed idee? We zochten het voor je uit aan de hand van een advies van Enerpedia aan een pluimveebedrijf.

Het verbruik van een pluimveestal ligt hoger in de zomer en in de namiddag. Zonnepanelen komen er dus tot hun recht. Een pluimveestal met braadkuikens in Merkem kent een verbruik van 30 000 kWh per jaar. Uit de berekening van Enerpedia blijkt dat een installatie van 10 kW het best past bij het verbruiksprofiel van dit bedrijf.

Kiest de pluimveehouder nu best voor een terugdraaiende teller of niet?

• De investering in een 10 kW zonnepanelen komt op 15 000 euro.
• Indien je niet kiest voor een terugdraaiende teller, moet er wel een extra teller geïnstalleerd worden: de injectieteller. De installatie van de injectieteller kost ca. 1 000 euro. Daarnaast betaal je 150 euro per jaar voor het gebruik van de teller (meet- en telactiviteit).
• Bij een terugdraaiende teller hoort het ‘prosumententarief’ van zo’n 100 euro per kW per jaar. Voor een installatie van 10 kW betekent dat dus zo’n 1 000 euro per jaar.
• Het verlies aan stroom zonder terugdraaiende teller is in dit geval 315 euro per jaar.

Rekeninghoudend met deze punten komen we op een terugverdientijd in geval van een terugdraaiende teller van 8 jaar en in geval van een injectieteller van 7 jaar. Een injectieteller maakt in dit geval na 10 jaar zo’n 4 500 euro méér winst.

Overzicht: