< terug naar overzicht
9 maart 2021
Ledlampen in de varkens-, melkvee- en pluimveehouderij
Ledlampen zijn energiezuinige lampen die een lange levensduur kennen. Een ledlamp is opgebouwd uit leddiodes die in een verpakking opgenomen zijn. In nieuwbouwstallen wordt aangeraden ledverlichting te voorzien die geïnstalleerd wordt aan de hand van een lichtplan. Bij retrofit-projecten speelt het aantal branduren een belangrijke rol om tot een rendabel project te komen.
Bij de vervanging van lampen dient rekening te worden gehouden met de benodigde verlichtingssterkte (uitgedrukt in lux). De verlichtingssterkte zal verschillen van ruimte tot ruimte. Zowel lichtkwantiteit, als lichtkwaliteit hebben een invloed op de groei en het welzijn van de dieren. Hou hier dus rekening mee.
Aan het vervangen van oude lampen door ledlampen zijn enkele randvoorwaarden verbonden:
- Vermijd lichtvervuiling door lichteffecten in de omgeving;
- kies lichtarmaturen die aangepast zijn aan de ledlampen en die bestand zijn tegen vochtige en corrosieve omstandigheden;
- hou bij aankoop van de ledlampen rekening met de kwaliteit. De prijs kan een indicatie zijn, maar bekijk ook de IP-waarde die vermeld wordt op de verpakking. Een IP-waarde van 20 betekent dat de verlichting stofdicht is, terwijl IP65 betekent dat de verlichting bestand is tegen waterstralen.
Varkenshouderij: vervanging van TL-D-lampen
Binnen de varkenshouderij wordt een theoretische retrofit van de TL-D-lampen door ledlampen uitgevoerd in twee typebedrijven:
- Een vleesvarkensbedrijf met 1000 vleesvarkensplaatsen en een jaarlijks elektriciteitsverbruik van 20 000 kWh;
- een gesloten bedrijf met 230 zeugenplaatsen en 2000 vleesvarkensplaatsen en een jaarlijks elektriciteitsverbruik van 75 000 kWh.
Per typebedrijf werden de te verlichten ruimtes opgelijst met de respectievelijke branduren en verlichtingssterkte (Tabel 1).
Tabel 1: verlichte ruimtes in de typebedrijven van de varkenshouderij.
Aangezien beide typebedrijven een beperkt elektriciteitsverbruik hebben, wordt de simulatie berekend aan de hand van de prijs van elektriciteit op laagspanning (€ 0,24/kWh). Er wordt geen rekening gehouden met eventuele premies of installatiekosten, aangezien het vervangen van de lampen door de landbouwer zelf uitgevoerd kan worden. De kost voor extra armaturen wordt wel meegenomen in de simulatie.
In Tabel 2 wordt de investeringskost, de terugverdientijd en de return-on-investment (ROI) op 10 jaar weergegeven. De investering in het gesloten bedrijf ligt hoger door de grotere hoeveelheid branduren en doordat er meer ruimtes verlicht moeten worden. Zonder premies blijkt de terugverdientijd lang en de ROI na 10 jaar ongunstig.
Tabel 2: theoretische retrofit van TL-D-verlichting in de varkenshouderij. Theoretische terugverdientijd, investering, ROI op 10 jaar en energiebesparing per typebedrijf (indien het bedrijf gebruik maakt van laagspanning). De meerkost van een ledlamp ten opzichte van een TL-D-lamp bedraagt € 8,90 in dit voorbeeld.

Melkvee: vervanging van HPI-lampen
De berekening voor de theoretische retrofit van HPI-lampen naar ledlampen in een melkveebedrijf wordt bepaald voor volgende typebedrijven:
• Klassiek melkveebedrijf met 120 koeien en een gemiddeld jaarlijks elektriciteitsverbruik van 45 000 kWh;
• klassiek melkveebedrijf met 60 koeien en een gemiddeld jaarlijks elektriciteitsverbruik van 33 000 kWh;
• melkveebedrijf met robot met 120 koeien en een gemiddeld jaarlijks elektriciteitsverbruik van 80 000 kWh;
• melkveebedrijf met robot met 60 koeien en een gemiddeld jaarlijks elektriciteitsverbruik van 47 000 kWh.
In de berekening nemen we niet alleen de verlichting in de melkveestal mee, maar ook de verlichting in de werkplaats of loods. In Tabel 3 wordt een overzicht gegeven van de te verlichten ruimtes in de typebedrijven met hun respectievelijke aantal branduren en de verlichtingssterkte.
Tabel 3: overzicht branduren, oppervlakten te verlichten ruimtes en lichtsterkte per type melkveebedrijf.

Aangezien de typebedrijven een beperkt elektriciteitsverbruik hebben, wordt de simulatie berekend aan de hand van de prijs van elektriciteit op laagspanning (€ 0,24/kWh). Er wordt geen rekening gehouden met eventuele premies of installatiekosten, aangezien het vervangen van de lampen door de landbouwer zelf uitgevoerd kan worden. De kost voor extra armaturen wordt wel meegenomen in de simulatie.
In Tabel 4 wordt de investeringskost, de terugverdientijd en de ROI op 10 jaar weergegeven. Na 8 tot 10 jaar is de investering terugverdiend in de typebedrijven.
Tabel 4: theoretische retrofit van HPI-verlichting in de melkveehouderij. Theoretische terugverdientijd, investering, ROI op 10 jaar en energiebesparing per typebedrijf (indien het bedrijf gebruik maakt van laagspanning). De meerkost van een ledlamp ten opzichte van een HPI-lamp bedraagt in dit voorbeeld € 104.

Pluimvee: vervanging van TL-D-lampen
Er wordt een theoretische retrofit van de TL-D-lampen door ledlampen uitgevoerd in vier typebedrijven in de pluimveehouderij:
• Bedrijf met braadkuikens met 25 000 kuikens;
• bedrijf met 55 000 leghennen in kooien;
• bedrijf met braadkuikens met 40 000 kuikens met een gemiddeld jaarlijks elektriciteitsverbruik van 50 000 kWh;
• bedrijf met 55 000 leghennen in een volièresysteem met een gemiddeld jaarlijks elektriciteitsverbruik van 185 000 kWh.
In Tabel 5 wordt een overzicht gegeven van de te verlichten ruimtes in de typebedrijven met hun respectievelijke branduren en verlichtingssterktes.
Tabel 5: overzicht branduren, oppervlakte en verlichtingssterkte per typebedrijf.

In Tabel 6 wordt een overzicht gegeven van de investering, de terugverdientijd, de ROI op 10 jaar en de elektriciteitsbesparing. Voor alle typebedrijven, behalve voor het typebedrijf dat werkt met het volièresysteem, wordt de berekening gemaakt met de prijs van elektriciteit op laagspanning (€ 0,24/kWh). Voor het bedrijf met het volièresysteem is het elektriciteitsverbruik hoog, waardoor er hier wordt uitgegaan van elektriciteit op middenspanning met een kostprijs van € 0,12/kWh. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele premies of installatiekosten, aangezien het vervangen van de lampen door de landbouwer zelf uitgevoerd kan worden. De kost voor extra armaturen wordt wel meegenomen in de simulatie.
Om de berekening zo realistisch mogelijk uit te voeren, worden een aantal aannames opgesteld met betrekking tot de typebedrijven:
- Voor de braadkuikens wordt rekening gehouden met 20 kippen/m² en een lichtschema van 18 u licht en 6 u donker. Per jaar vinden 7 rondes plaats.
- De bezettingsgraad voor leghennen bedraagt 13 kippen/m². Het lichtschema vangt aan bij aankomst van de dieren op 17 weken leeftijd. Er wordt dan gewerkt met 10 u licht per 24 u. Vanaf week 22-23 is er 15 u licht per 24 u en dit wordt aangehouden tot het einde van de legronde. De legronde duurt tussen 58 en 63 weken. Met dit verschil in legronde wordt rekening gehouden in het aantal branduren, 4029 en 4380 u respectievelijk.
In Tabel 6 worden de resultaten van de simulatie samengevat. Alle typebedrijven binnen de pluimveesector noteren gunstige terugverdientijden en ROI’s op 10 jaar.
Tabel 6: theoretische retrofit van TL-D-verlichting in de pluimveehouderij. Theoretische terugverdientijd, investering, ROI op 10 jaar en energiebesparing per typebedrijf. De meerkost van een ledlamp ten opzichte van een TL-D-lamp bedraagt € 8,90 in dit voorbeeld. Het typebedrijf met 55 000 leghennen in volière: terugverdientijd en ROI werden berekend vanuit de veronderstelling dat er middenspanning (*) wordt gebruikt. De andere bedrijven worden op laagspanning bepaald.

Typebedrijven: een theoretische benadering
Om de investeringskosten, terugverdientijden, ROI’s na 10 jaar en energiebesparing te kunnen bepalen, werden voor elke sector typebedrijven naar voren geschoven. De simulaties zijn dus theoretisch en kunnen niet zomaar veralgemeend worden voor elk bedrijf. Informeer je dus goed voor je beslist te investeren in nieuwe verlichting.
< terug naar overzicht