< terug naar overzicht

Innovatieve vergisters: pocketvergister op uienschillen

Kleinschalige vergisting kan kansen bieden om energie te halen uit groentenresten. Uienschilbedrijf en pionier Ongena werkte een vernieuwend concept van pocketvergisting uit. 

Bezoek aan pocketvergisters op uienschillen en varkensmest - deel 1

Uienschilbedrijf Ongena is een familiebedrijf, geleid door Joeri Ongena. Het bedrijf beheert het volledige proces van zaaien tot versnijden en verpakken van uien. Recent investeerde Ongena in een pocketvergister, waarin de uienschillen worden vergist. Het project vloeit voort uit een thesis van Joeri’s zus, ongeveer 5 jaar geleden. Zij testte de monovergisting van uienschillen uit bij Innolab.  

Elke dag voldoende biomassa

Joeri voedt de vergister dagelijks met 10-15 m³ uienpellen en 1,5 m³ afvalwater afkomstig uit het uienschilproces. Tijdens de productieperiode wordt er van maandag tot zaterdag voldoende biomassa geproduceerd. Om ook op zondag voldoende biomassa beschikbaar te hebben, stockeert Joeri tijdens de week de uien die als ‘niet voldoende’ worden beschouwd in containers. Op zondagochtend worden die uien in de voormengput gebracht, waaruit de vergister wordt gevoed.

De uienschillen worden tijdens de week met een afvoerband vanuit het gebouw via de verwerkingslijnen naar buiten gestuurd. Daar verkleint een versnijder de schillen, waarna ze in de voormengput terechtkomen. Daar worden ze gemixt met het afvalwater van het bedrijf om het geheel verpompbaar te maken. Er wordt verder niks gevoed aan de vergister.

Eén pomp met vier toepassingen

Eén pomp (ontworpen door Vogelsang) dient via kleppen vier verschillende doelen:

  • ze pompt het bedrijfsafvalwater naar de voormengput;
  • ze zorgt voor de voeding van de vergister vanuit de voormengput;
  • ze verpompt het vergiste digestaat naar de opslag en
  • ze kan ook digestaat terugpompen naar de voormengput.

Reactor volledig benut

De reactor heeft een volume van 200 m³ en was initieel overgedimensioneerd. Dat bleek geen overbodige luxe te zijn, want het productieproces op het uitschilbedrijf is intussen verder uitgebreid. Zo wordt het volledige volume nu benut.

De temperatuur in de reactor bedraagt momenteel 40 tot 45 °C. De installatie draait tussen de mesofiele (32-42 °C) en thermofiele (48-55 °C) temperatuurrange. Joeri geeft aan nog op zoek te zijn naar de beste instelling. Het digestaat na vergisting ruikt veel minder sterk naar uien dan de uienschillen, waardoor geurhinder wordt vermeden. Dat kunnen we als bezoekers bevestigen. Het digestaat is ook minder geconcentreerd door toevoeging van afvalwater.  

In het biogas wordt er 5000 ppm aan ‘zwavel’ (H2S) teruggevonden. Om dat gehalte fiks te reduceren, plaatste Joeri een luchtinjectie op zijn reactor. Dat helpt om het gehalte te verminderen tot 300 ppm, wat nog aan de hoge kant is, maar de verbranding voorlopig doet lukken.

Biogas naar WKK voor elektriciteit en warmte op het bedrijf

Ongena verving de bestaande WKK door een nieuwe WKK van de firma Kemper & Van Twist. Het bedrijf BioTechnics mocht die recent installeren. Een lange, ondergrondse buis voert het geproduceerde biogas af. Dankzij het koelend effect wordt er condens geproduceerd, die opgevangen wordt in een condensput. Zo verlaagt het vochtgehalte van het biogas. Het biogas wordt daarna naar de 30 kW WKK gevoerd. De motor kan volgens drie opstartprogramma’s (triple fuel) ingeschakeld worden naargelang het methaangehalte van het biogas.

De geproduceerde elektriciteit wordt bijna volledig benut op het eigen bedrijf. Ze is maar een fractie van de eigen elektriciteitsvraag bij het bewerkingsproces van de uien. De warmte wordt gebruikt om de reactor op temperatuur te houden en om warm reinigingswater te produceren voor het bedrijf.

Opstart nam wel wat tijd in beslag

Joeri geeft aan dat de opstart langer geduurd heeft dan hij vooraf had gedacht. Hij had gerekend op een drietal maanden, maar het duurde toch een jaar voor de installatie goed draaide. De zoektochten naar onder andere een geschikte verkleiner en een nieuwe WKK namen wel wat tijd in beslag.

Ook de samenstelling van het subsidiedossier bij de diverse administratieve diensten vraagt heel wat tijd. Daardoor ontvangt Joeri vandaag nog geen groenestroom- en warmtekrachtcertificaten. Zijn verwachtingen omtrent de terugverdientijd heeft hij bijgesteld van vijf naar tien jaar. Per dag besteedt Joeri gemiddeld een halfuur aan zijn vergister.

Wil je meer weten? 

Neem dan contact op met ons:

De uitbater doet voor de investering beroep op innovatiesteun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF).

Het project werd gerealiseerd met verschillende partners, waaronder Biotechnics, Innolab en Pocket Power (Inagro en Universiteit Gent). Pocket Power wordt gefinancierd door het Agentschap Innoveren & Ondernemen (www.vlaio.be), met financiële steun van: Boerenbond, ABS, Biolectric, Continental Energy Systems, Innolab, AB Milieusystemen, Vermeulen Construct, United Experts, Biogas-E, Inverde en VLACO.

elpologo0044.jpgvlaio040419.png

< terug naar overzicht