Biomassa
Hennep
Hennep
Hennep van eigen kweek
Wanneer er wordt gesproken over hennep, of gebruikmakend van de Latijnse benaming ‘cannabis’, dan is ‘ah, marihuana’ de vaakst voorkomende opmerking. Begrijpelijk natuurlijk, omdat de talloze toepassingen van de hennepplant in de vergetelheid raakten door de negatieve bijklank van hennep. Maar hier komt de laatste jaren terug verandering in. Zo wordt hennep opnieuw gebruikt als grondstof voor bouwmaterialen, textiel, papier, voeding en nog zoveel meer. Onder de naam 'industriële hennep' mag dit gewas een bij wet opgelegd maximum THC-gehalte (de psychoactieve stof in cannabis) niet overschrijden. Daardoor is industriële hennep niet als drugs te gebruiken. Marihuana bevat ongeveer een honderdvoud aan THC ten opzichte van industriële hennep.
Tot aan de eerste wereldoorlog kweekten heel wat landbouwers voor eigen gebruik enkele vierkante meters hennep, voor het persen van hennepolie en het draaien van touwen. Ondanks de vele toepassingen verminderde het belang van de hennepteelt omdat het verwerkingsproces zeer arbeidsintensief was en tegelijkertijd het aanbod aan alternatieve gewassen zoals jute, katoen en houtpulp groeide.
Revival
Langzaam maar zeker ontplooit zich opnieuw interesse in de teelt, enerzijds door de zoektocht naar hernieuwbare grondstoffen voor milieuverantwoorde producten en anderzijds door de veelzijdigheid en goede materiaaleigenschappen van de plant. In 2014 stond er in Europa al 17.000 ha. Frankrijk is de koploper in de teelt van vezelhennep, met een constante productie, gevolgd door kleinere, per jaar wisselende arealen in Engeland en Nederland. In België stond er in 2014 ongeveer 300 ha vezelhennep, waarvan 250 ha in Wallonië en 50 ha in Vlaanderen.
Om hennep te mogen telen, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. Je moet landbouwer zijn, je moet aangifte doen van de teelt en de bloei moet gemeld worden. Buiten de wettelijke beslommeringen is hennep een vrij eenvoudige teelt. Hennep kan je enerzijds telen voor de vezel (vezelhennep) en anderzijds voor zowel vezel als zaad (dubbeldoelhennep). De teelt van vezelhennep staat beschreven in de brochure: “de vezelteelt van vlas en hennep – een praktische gids voor de teler”. De teelt van dubbeldoelhennep verloopt gelijkaardig maar zaai- en oogstmoment vindt een maand later plaats.
Waarvoor wordt hennep gebruikt?
De hennepplant bestaat uit verschillende delen: vezels, scheven (de houtachtige kern van de stengel) en het zaad. Elk hebben ze specifieke toepassingen. De papierindustrie is de grootste afnemer van industriële hennepvezel. Kleinere hoeveelheden zijn bestemd voor de isolatiesector en de auto-industrie waar ze gebruikt worden als grondstof voor het maken van composietmaterialen. Kunststoffen versterkt met natuurlijke vezels hebben een groot potentieel ter vervanging van traditionele kunststoffen of ter vervanging van metaal of hout. In de bouwsector kennen vezelversterkte kunststoffen enorm veel mogelijkheden zoals dakleien, terrasplanken, vloer- of wandtegels, I-liggers en (sanitaire) meubels. Dergelijke producten zijn op dit moment echter nog niet courant beschikbaar in de handel.
De scheven dienen voornamelijk als stalstrooisel. Het is zeer sterk geur- en vochtabsorberend. Ze kunnen eveneens gebruikt worden als bodembedekker in de (moes)tuin. Een interessantere toepassing voor de scheven is als grondstof voor het bouwmateriaal kalkhennep. Andere toepassingen van hennep in de bouw zijn natuurverven die hennepolie bevatten en spaanplaten waarin de houtachtige delen van de plant zitten. Van de vezels worden ook verschillende soorten textiel gemaakt, zoals kledij. Het zaad en de olie tenslotte worden gebruikt in dierlijke en menselijke voeding.
Doordat hennep zeer snel groeit en een hoge drogestofproductie kent, is de plant ook geschikt als energiegewas. Als ligno-cellulosegewas kan hennep gebruikt worden als 2e generatie biobrandstof. De calorische waarde van hennep bedraagt 17917 kJ/kg. Ter vergelijking bedraagt de calorische waarde van hout 15000 kJ/kg. Hennep als grondstof voor energie is echter duur in vergelijking met meerjarige gewassen zoals miscanthus, wilg, enz. omdat het (iets) minder opbrengt en alle teeltmaatregelen ieder jaar terugkeren.